Dit onderzoek illustreert hoe men studenten van het secundair onderwijs en studenten van de lerarenopleiding kan betrekken bij het voeren van onderzoek.
Doelstellingen van het onderzoek
De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe zit het met de dialectkennis en het dialectgebruik in verschillende regio’s in West- en Oost-Vlaanderen? Welke rol spelen sociale variabelen hierin?
Dit onderzoek bouwt verder op bestaand onderzoek naar lexicaal dialectverlies in het woordveld kinderspelen.
Een aantal hypotheses worden geformuleerd:
Hoe ouder een spreker is, hoe hoger hij scoort op dialectgebruik en -kennis.
Mannen scoren op dialectgebruik en -kennis hoger dan vrouwen.
Hoe hoger opgeleid een informant is, hoe lager hij scoort op dialectgebruik en -kennis.
Methodologie van het onderzoek
De methodologie die gehanteerd werd in dit onderzoek, was deze van de mondelinge enquête.
Elke interviewer kreeg een enquête mee met bijhorende afbeeldingen van de op te vragen benamingen voor een bepaald aantal kinderspelen.
Bij het onderzoek werden zowel studenten van het secundair onderwijs als studenten van de lerarenopleiding betrokken. Meewerken aan dergelijk soort laagdrempelig onderzoek draagt bij aan het aanleren van onderzoeksvaardigheden bij studenten.
Er werden in totaal 3104 mondelinge enquêtes afgenomen.
Bevindingen vanuit het onderzoek
In het artikel worden op basis van de resultaten uit de interviews de bovengenoemde hypotheses onder de loep genomen. De resultaten uit het onderzoek blijken de bovengenoemde hypotheses te bevestigen. Men probeert hierbij ook verklaringen te geven voor deze vaststellingen.
Het onderzoek heeft ook aangetoond dat veel jongeren bepaalde‘vergeten’ kinderspelen niet meer kennen sinds ze uit het straatbeeld verdwenen zijn.
Reacties
svervaet
za, 27/09/2014 - 18:15
Permalink
Boek i.v.m. het actief